Maart 2021Plant van de maand: de boerenkrokus, gele kornoelje? van Wessel van Schagen
De Crocus tomassinnianus is de bijna onuitspreekbare naam van de boerenkrokus. Een weekje terug fietste ik door ons mooie Noord-Holland. Werkelijk overal zag ik deze boerenkrokussen. De kleur is tussen purper en lila. De gewone grootbloemige krokussen vermeerderen zich vegetatief. Onze bollentelers planten in de herfst bijvoorbeeld 200.000 bolletjes (eigenlijk is het een knolletje) en in juni halen ze er 600.000 uit. Dit gaat anders bij de boerencrous, deze zaait zichzelf uit. Zo zijn ook die prachtige krokustapijten van bij landgoederen en kapitale boerderijen ontstaan. Door de onderlinge bestuivingen zie je ook lichte kleurvariaties. 
VRAAG: waarom heet deze plant Cornus mas?
Voor mijn tuin wil ik graag de gele kornoelje (Cornus mas). Een makkelijke heester, stelt niet veel eisen aan de grond, kan in de zon en in de halfschaduw en past zeker goed in zo’n ‘verloren hoekje’ waarvan je denkt: ‘wat moet ik daar nu zetten?’ Bovendien bloeit de Cornus mas lekker vroeg. Er is wel iets geks aan die plant. De naam: Cornus mas. “Mas” wil zeggen mannelijk. Wie heeft dit in hemelsnaam bedacht? De Cornus mas krijgt besjes! 
De Schors, van Mercedes Docter
Deze tijd leent zich nog uitstekend om je te verdiepen in bomen. Je kunt de bomen zonder blad of bloesem evengoed herkennen. Dat kan door hun vorm. Zelf vind ik het leuk dat ik in de winter hun knopvorm of kroonvorm zo goed kan zien. Bij de es de zwarte knoppen, de kleverige grote knoppen van de kastanje, de beuk met heel smalle knoppen. Of takken afhangen of opgaan. Maar wat weet u eigenlijk van boomschorsen? Op onze website vindt u een aantal foto’s van schorsen, klik hier. De uitdaging is er de juiste naam bij te geven. Stuur uw oplossing naar benzdocter@icloud.com en wie weet (we hebben drie leuke prijsjes) wint u.
Planten voor een tuinliefhebber van Jolanda Mooij
Hermodactylus tuberosus
Ik zie mijzelf als een tuinliefhebber, geen plantjesverzamelaar. Vormgeving en jaarrond interessante tuin zijn voor mij belangrijker dan allerlei verschillende plantjes. En toch sluipt er zo en nu dan een bijzonder gewas de tuin binnen. Zo ook deze; De Hermodactyllus., gekocht in een opwelling bij Peter Nijssen. In Nederland noemen ze het de Slangenkop Iris. Al in het najaar komen zijn lange smalle bladeren boven de grond en vroeg in het voorjaar verschijnen zijn groene bloemen met een zwart hart. De bloem blijft laag. Het is een knol die je liggend op een zonnige plek of rotstuin moet planten, het liefst op een makkelijk zichtbare plek omdat de kleur niet meteen opvalt tussen de andere voorjaarsbollen. Het vormt al snel een winterharde vaste plant. Na de bloei groeit het blad verder en maakt echt hele lange slierten. Ik laat het zo lang mogelijk heel, maar soms komt er een dag dat ik er toch een stuk vanaf knip en de rest rustig laat afsterven.Tot nu toe is dat geen probleem, hij vermeerdert zich langzaam verder. 
Narcissus tête a tête
Narcissus tête a tête is wel een van de meest bekende narcisjes voor het vroege voorjaar. Zelf heb ik moeite met deze soort, de kleur vind ik te hard voor deze tijd van het jaar. Als alternatief heb ik Narcissus pseudonarcissus lobularis geplant. Een prachtige bloem, laagblijvend, met crèmekleurige kelkblaadjes en een gele cup. Wekenlang plezier heb ik ervan en het is een prima bol om te laten verwilderen.
Jolanda. 
|