Midden-Kennemerland

Bloemen voor wilde bijen (en vlinders)

Bloemen voor wilde bijen (en vlinders), van de lente tot de herfst.

Wilde bijen, ook wel solitaire bijen genoemd, kunnen onze hulp goed gebruiken. Ik deel met u een paar van mijn favoriete planten, waarmee u op heel wat wilde bijen- en ook vlinder bezoek kunt rekenen.

De meeste wilde bijen vliegen tijdens de lente en het begin van de zomer. Ze zoeken dan als imago (volwassen insect) naar nectar en stuifmeel. Sommige soorten zijn er extra vroeg bij en beginnen al in maart aan hun zoektocht. Gevlekt longkruid (Pulmonaria officinalis), het laagblijvende, bodembedekkende plantje voor in de schaduw, is een waardevolle plant voor die vroege bijensoorten, net als de stinzenplanten vingerhelmbloem (Corydalis solida) en speenkruid (Ficaria verna), die alleen in die tijd hun kopje boven de grond steken. Maar de absolute koning in het vroege voorjaar is voor bijen, net als voor veel andere insecten trouwens, de wilg (Salix). Wilgen worden weliswaar door de wind bestoven, maar de mannelijke katjes zijn rijk aan stuifmeel waar allerlei solitaire bijen gretig gebruik van maken en enkele soorten, waaronder de grijze- en vroege zandbij, zijn zelfs volledig van de wilg afhankelijk. Snoei knotwilgen bijvoorbeeld om het jaar of eens in de twee jaar, dan zullen insecten u dankbaar zijn.

Rond juni is het topdrukte onder wilde bijen. Het plantengeslacht Campanula, met zijn klokjesvormige bloemen, bevat voor bijna iedere tuin en plek wel een geschikte soort. Bijen vliegen massaal op de bloemen. Met wat geluk komt ook de grote klokjesbij op bezoek, die afhankelijk is van Campanula en steeds vaker het stedelijk gebied in Noord-Holland opzoekt. Grote kattenstaart (Lythrum salicaria), de plant met de roze bloei aren, wilde marjolein (Origanum vulgare, ook heerlijk is als keukenkruid!) en klavers (Trifolium) zijn ook erg populair. Een paar absolute toppers zijn de inheemse beemdkroon (Knautia arvensis) en knoopkruid (Centaurea jacea) met zijn distelachtige bloemen, beide voor droge, zonnige plekken. En voor wie de ruimte heeft is de vuilboom (Rhamnus frangula) onmisbaar.

De laatste wilde bijen vliegen in september, en ook dan zijn er nog mooie planten om het bijenjaar goed mee af te sluiten. Zo zijn asters (Aster), muskuskaasjeskruid (Malva moschata), grote centaurie (Centaurea scabiosa) en wilde cichorei (Cichorium intybus) nog niet uitgebloeid. Tot slot nog een echte aanrader, en verder de enige niet-vaste plant in dit verhaal, is de gewone ossentong (Anchusa officinalis). Tweejarig, soms kort overblijvend, maar deze plant bloeit vanaf de voorzomer tot de vorst en zit iedere zonnige dag bedekt met wilde bijen en hommels. Ik geniet van deze planten, de insecten ook. En dat is volgens mij toch een van de meest dankbare dingen die je als tuinier kunt doen.

 

Iris Veltman