Midden-Kennemerland

Wat beestjes je vertellen over je composthoop

Wil je weten hoe het met je composthoop gaat? Neem dan een oude zeef (je vindt er zat bij de tweedehands) en een emmer materiaal uit de composthoop. Zeven maar! Je zult allerlei beestjes tegenkomen.

Omdat die ieder hun eigen rol en voorkeurs omstandigheden hebben, vertellen ze je hoe het gaat met het composteren én geven ze je een kijkje in hun voedselweb. Ik beschrijf hieronder een paar soorten, zodat je zelf aan de slag kunt. Tip: één of twee exemplaren van een groep zeggen niet zo veel, maar hoe meer je er ziet, hoe duidelijker ze over je omstandigheden vertellen.

Regenwormen - ze ‘knippen’ organisch materiaal in kleinere stukken. Zo zijn ze gemakkelijker te verteren zijn door kleinere wormpjes en micro-organismen. Als je veel regenwormen ziet, dan is de hoop vochtig en voedselrijk. Zakt het vocht vooral naar de bodem, dan zullen hier ook de meeste regenwormen zitten.

Pissebedden - ze breken het grove organische materiaal in de hoop op. De hoop bevat veel vers afval en is licht vochtig. Kom je erg veel pissebedden tegen, dan is het behoorlijk droog en mag het wel wat vochtiger als je snel compost wilt!

Naaktslakken - ze eten graag vers GFT-afval (wat ze opknippen) en ruimen rottend materiaal op. Sommige zijn ook roofdieren, want ze grijpen andere slakken die stomweg te dichtbij komen. Zie je er een paar, dan is de hoop vochtig. Zijn het er wel erg veel, zie je weinig ander leven en stinkt de hoop, dan is de hoop té nat en dichtgeslagen. Het afval rot in plaats van dat het composteert.

Fruitvliegjes – ideaal voor hun nakomelingen zijn groente en fruit in een warme omgeving. Als je een wolk fruitvliegjes ziet opstijgen als je iets op de hoop gooit, dan weet je dat het er lekker warm is (vandaar vaak ’s zomers) en er veel fruit- en groenteresten op liggen. Het helpt dan om houtsnippers, dood hout en/of kranten toe te voegen.

Mieren - ze komen insecten melken, óf ze hebben iets zoetigs gevonden. Kom je een hele kolonie tegen, dan is de hoop véél te droog en kun je het beste vaker bewateren.

Vliegen en/of maden - bereide voedselresten, vlees, kaas; je kunt het in het vervolg beter niet op je composthoop gooien. Want het afbraakproces produceert vluchtige vetzuren, waardoor de hoop erg gaat stinken, en het trekt allerlei ongedierte aan, zoals maden. Tenzij je die natuurlijk aan je vissen wilt voeren…

Iris Veltman

Iris’ Garden Ecology