Midden-Kennemerland

Moestuinieren op strobalen; Indian Summer

Ondertussen is het september en hopen we op een Indian Summer zodat alles wat nog in de grond staat lekker doorgroeit. Daarbij is het is oogsttijd tot en met.

Om de dag haal ik een berg gele en rode frambozen op, wat bramen en pluk ik tomaten. We genieten ons suf hiervan. Dit is het dus: dat machtige gevoel dat je met de natuur aan het samenwerken bent en dat je beloond wordt voor de energie die je erin steekt.

Ik neem telkens wat verse krulpeterselie mee en een bosje geurende lathyrus bloemen. Het wordt al een ritueel. Toch was mijn stronk van de mispel waaromheen de lathyrus zo welig aan het bloeien is ineens bloemloos. Klein Moestuin Drama: alle bloemen weggeknipt! Ik denk wel 50! Er hangen alleen nog zaadpeultjes aan lege steeltjes. Lathyrus bloeit weelderig als je ervan plukt, maar in 1x alles eraf dan is het wel gedaan met de bloemen. Ik zie er geen een meer. Ook niet na een week. Erger nog: ik ruik er geen een meer.

Gelukkig hangt er bij de entree van mijn stukje land een heerlijke zoete geur van de middelste teunisbloem waarvan de bloemen maar blijven komen. En de bijen ook. We hebben tientallen kikkers in onze twee piepkleine vijvertjes en ik kreeg weer allemaal kadootjes van lieve tuinders om me heen! Goede tips en een biologisch mengsel om over mijn tomatenplanten te sproeien van Hans, een overheerlijke honingmeloen van mijn buurman, preitjes om te planten van mijn overbuurvrouw en nog iets mysterieus wat ik geplant heb, maar niet weet van wie ik het heb gehad en wat het is. We gaan het zien!

Dat was het goede nieuws. Want het stobalen experiment, waar dit toch een verslag van is, kan ik eigenlijk wel gaan toegeven: dat is mislukt. En daar is het dan ook een experiment voor. Wel heb ik stro genoeg om mee te mulchen. Misschien gebruik ik een aantal balen ondersteboven voor volgend jaar dus: blijf mijn stukjes lezen. Ik heb alles gedaan volgens de methodes die ik bestudeerd had, maar het mocht niet baten.

Er staat welgeteld 1 miezerig chioggia bietje, een mini venkel en een knolvenkel die wel aardig groeit. In elkaar gefrommeld in zijn maliënkolder heb ik laatst een tomatenplant bevrijd die het prima naar zijn zin lijkt te hebben in de strobaal en zelfs een paar groene tomaatjes laat zien. Maar that’s it!

Ik las in “De tuin op tafel” waarin Floor Korte van Floors Moestuin schrijft, dat dit het moeilijkste jaar van haar 20 jarige moestuinierschap was. Te koud, te droog, te nat, en…. de slakken.

Dan prijs ik mezelf toch rijk dat ik dankzij mijn kasje – halleluja voor die uitvinding—heel wat heb mogen eten uit mijn tuin. Het gaat volgend jaar vast beter. Dan zijn de strobalen al goed gecomposteerd en geef ik ze lekker nog meer mest en gaan we gewoon weer opnieuw gebruik maken van de strobalen.

Ondertussen is er heus wel wat te doen op het stukje tuin. Vier vrouwen verderop hebben gezamenlijk een tuin en één ervan heeft mijn plantjes water gegeven tijdens de twee weken dat ik op vakantie was. Alles leefde nog. Ik heb hetzelfde voor ze gedaan. Hun tuin is een woeste! Daar is zo lang niets gedaan dat ze om het onkruid te verdelgen plastic hebben neergelegd om het te bestrijden. Dat is een grove manier, maar wel behapbaar als het om zoveel grond gaat. Bij hen is er veel heermoes, bij mij is het kweek en handjesgras of hanepoten. Ik zorg nu dat die zaden niet verspreiden door alles kort te houden met de bosmaaier (zo heerlijk stoer).

Maar waarom staat er bij mij zoveel kweek en zoveel van dat andere gras? Wat zegt kweek bijvoorbeeld over de conditie van de grond? Kweek is een indicatorplant. Net als heermoes. Net als paardenbloemen. Met hun diep in de grond groeiende wortels doen ze iets voor de aarde. Zoals Aristoteles zei: de natuur doet niets zonder reden…

Een plant met een boodschap dus. Die van kweek is: de grond is erg vruchtbaar en bevat veel stikstof, maar in een vorm die planten niet kunnen opnemen. Zijn wortels gaan 50-100 cm de grond in. Dat is lastig als je het wil verwijderen, maar het is een fantastische diepte om veel te dichte aarde luchtiger te krijgen. De uiteinden van kweekwortels zijn heel puntig. Daarmee kunnen ze zich door harde lagen boren. De groene plantdelen van kweek bevatten veel kalium, kiezelzuur, chloor en molybdeen. Die elementen haalt de plant met zijn wortels diep uit de grond. Als de bovengrondse delen afsterven en mogen blijven liggen, komen deze voedingsstoffen beschikbaar voor oppervlakkiger wortelende planten. En de grond blijft ook vochtiger.

Ik heb mijn “ontkweekte” bedden voorzien van een dikke laag compost, waardoor het bodemleven hopelijk zal verbeteren. Dan is de missie van kweek geslaagd. Dan heeft die het, als het goed is, niet meer naar zijn zin en blijft die weg (dat zal heus nog wel even duren).

Heermoes geeft aan dat de grond slecht water doorlaat en vastgeklonken is, vaak ook zurig is en vooral dat de grond een tekort heeft aan het mineraal kiezel. Heermoes haalt dat op diep uit de grond. Oplossing: maak een gier met heermoes en geef het aan je planten en aan je grond of gooi het heermoesgroen op je composthoop en zodoende komt het bij compost aanbrengen weer in de bovenste laag aarde terecht.

Zo zijn er allerlei signaalplanten die ons zo kunnen helpen de bodem zo gezond mogelijk te houden. Ik vind het zo mooi. Ik luister graag naar signalen van moeder natuur!

Warme nazomerse groet,

Moesmeisje Rijs.

P.S. Met dank aan het blog over kweek van Vierseizoenenwesterwolde.nl en Lotte dat ze het me opstuurde!