Midden-Kennemerland

GFT recycling past bij u?

Welke manier van GFT recycling past bij u?

Snoeiafval, onkruid, citrusschillen, gekookt voedsel, vlees, beschimmeld spul… Hoe verwerk je dit aan huis het beste tot plantenvoeding? Ik beschrijf vijf van mijn favoriete manieren om dit te doen.

De eerste (en makkelijkste) manier is mulchen. Zo simpel, geen compostbak of kruiwagen nodig, je legt gewoon het groenafval tussen de planten, net zoals dat in de natuur ook gebeurt. De tweede manier doet in feite hetzelfde: composteren. Zorg voor veel lucht, af en toe een scheutje water en geduld. Voordelen: micro-organismen en geleedpotigen doen al het werk en dragen na het aanbrengen in de borders voor een boost in het bodemleven. Het is vooral geschikt voor tuinafval, snoei- en snijafval, feces van vegetarische huisdieren en zelfs schimmelend materiaal. Groter materiaal, zoals takken, zijn ook heel nuttig om hierin te verwerken (deze maken de hoop luchtiger) maar doen er langer over om af te breken. Nadelen: composteren neemt relatief veel ruimte in beslag en je verliest een deel van de voedingsstoffen via het vocht.

Een derde manier is fermentatie (oftewel vergisting). Fermentatie is de afbraak van het organisch materiaal onder anaerobe omstandigheden, d.w.z. zonder zuurstof in de vorm van O2. In de achtertuin doe je dit door plantmateriaal in een bak te stoppen, dit te verzwaren met een tegel en volledig onder water te zetten. Na enkele weken heb je vloeibare mest; de vloeistof kun je (minstens 1 op 10 verdund) gebruiken voor je planten, de gefermenteerde plantenresten kunnen op de composthoop (of in de GFT). De voordelen: het is een goede oplossing om van bloeiende en wortelonkruiden af te komen en je kunt vloeibare mest met een specifieke samenstelling maken. Gefermenteerde brandnetel is bijvoorbeeld mineraal- en stikstofrijk en perfect voor bladgroenten. Het nadeel is dat het proces stinkt.

Een vierde manier is bokashi. Dit is eigenlijk ook fermentatie, maar dit gebeurt niet in water en je voegt specifieke micro-organismen toe, die het afval zonder stank omzetten. Dit is een goede oplossing om (klein gemaakt) voedsel en keukenresten te verwerken. Voordelen: het is geschikt voor vlees, citrusschillen en dergelijke en produceert een soort ruwe compost en (afhankelijk van wat erin ging) ook vloeibare mest. Nadelen: je moet de micro-organismen kopen (je doet wel een tijd met een zak) en de ‘compost’ is nog te scherp voor planten. Die moet óf in de aarde worden ingegraven en dan nog zo’n 2 maanden narijpen voor erop geplant kan worden, óf op de composthoop. Je kunt het bokashi-proces ook in een oude emmer doen en alleen de micro-organismen kopen.

De vijfde en laatste techniek die ik behandel is de wormenbak. Een specifieke soort worm zorgt hier voor de afbraak. Er zijn verschillende systemen te koop en het is ook niet moeilijk om zelf te maken, maar je moet de wormen wel een keer kopen of overnemen. Voordelen: neemt weinig ruimte in, er wordt hoge kwaliteit compost gemaakt en ook vloeibare mest. Nadelen: je moet de wormen steeds (gevarieerd) blijven voeren, niets met een sterke smaak (of slechts heel weinig), geen bewerkt

voedsel of vlees en bovendien moeten ze ’s winters naar binnen.

 

Iris Veltman