Meerdere keren heb ik dit stukje opnieuw geschreven. Dat heeft meerdere redenen. Ten eerste dat ik maar zat te wachten tot ik mijn met zorg en liefde opgekweekte plantjes naar buiten mocht doen, tot die verdomd langzame ijsheiligen me dat toestonden. En ten tweede de maatschappij die een moestuin is.
Half mei, eindelijk! Mijn strobalen stonden er klaar voor, het krioelt er van de beestjes, er groeien al zwammen op en het is dus lekker vochtig. Nu is dat leuk en nodig voor het composteren van de baal, maar dit voorjaar is zo extreem nat dat we overal in het land een slakkenplaag hebben. Dat hoef ik niemand te vertellen.
Plagen zijn van alle tijden. Te veel van dit, dan een goed jaar voor dat. Zo zit de natuur in elkaar. En die natuur is verstoord. Ook op een moestuincomplex. Of misschien juist daar wel. Jaar in jaar uit wordt de grond omgewoeld en bemest en weer diezelfde of bijna dezelfde groenten gekweekt. Hier en daar bloemen, want goed voor de bestuiving van groenten & fruit, als er ook wat rondvliegt nietwaar?
De tuin die ik mocht overnemen was al langere tijd niet goed “bijgehouden.” Er was gras, veel kruiden en bloemen die geplant en ook aangewaaid waren gaan groeien. Ik kreeg de tuin in december/januari tot mijn beschikking. Toen groeiden er vooral wat goudsbloemen en driekleurige viooltjes. Fijn, want die wil ik graag! Die kun je eten en mee verven en dat wil ik al heel lang uitproberen.
De redenen om een tuin te willen zijn voor mij: eigen gezonde biologische groenten verbouwen, bloemen & planten om mee te verven en vooral veel kruiden en geneeskrachtige planten kweken voor eigen gebruik. Ik heb in het begin niet meteen alles uit de tuin gerukt, ik wilde weten wat er zo al op zou komen in de lente. Het erfgoed van mijn voorganger bekijken. En zodoende heb ik in mijn moestuin naïviteit GRAS laten staan. Dit schijnt een doodzonde te zijn die me nu via de voorzitter ter ore komt. Want er is door meerdere mensen over mijn tuin geklaagd.
De voorzitter belt. En daar komt ie: mijn eerste officiële waarschuwing. Met afgrijzen hoor ik dingen aan als: “Er moet echt iets gebeuren. Je tuin is verwaarloosd. Er zouden meer ratten op het terrein zijn door mijn strobalen. Ik ben er nooit. Ecologisch tuinieren is verboden op de tuin.”
Mijn tuin is verwaarloosd? Een buurman zegt zelfs: het is een kolerezooi. Mijn hart breekt aan de telefoon. Ik houd me sterk maar het huilen is me nader dan het lachen. Ik stop zoveel liefde, aandacht en tijd in mijn tuintje. En dan zulke beschuldigingen. Die als verrassing komen omdat ik niets maar dan ook niets persoonlijk gehoord heb. Niets in mijn gezicht. Tot zover de directe Noord-Hollandse mentaliteit. De voorzitter heeft de taak iedereen te verzoenen met elkaar.
Wat een rot taak.
Een moestuincomplex is een mini maatschappij. Een gemeenschap, waarin andersdenkenden misschien wel als bedreigend worden ervaren. Net als in de echte maatschappij. Terwijl je ook zoveel van elkaar kunt leren. Ik heb meerdere keren mijn buurman gevraagd hoe hij nou dit of dat doet, of waar bepaalde dingen voor dienen die ik in zijn tuin of kas zie. Ik dacht leuke gesprekjes aangeknoopt te hebben, een begin van iets. En met sommigen is dat ook zo. Dan krijg ik plantjes en vertel ik over waarom die balen er staan. Wisselen we informatie uit. Maar achter mijn rug om wordt er dus geklaagd. Dat doet gewoon pijn. Ik kan er niets anders van maken.
Ik was super-enthousiast begonnen met mijn strobalenexperiment, met het schrijven over dat en over het fenomeen moestuincomplex in al zijn complexiteit. En even durfde ik me niet eens te laten zien daar. Even uit het veld geslagen. We zijn er nu achter dat je een halve meter “schoon” moet houden vanaf de rand van de buren. ‘Zeg buurvrouw, ik heb last van uw onkruid. Zou u een halve meter willen schoonmaken?’ zou genoeg zijn geweest en ook duidelijk.Tegenslag hoort erbij.
Mijn dierbare courgettes, 20 stuks uitgeplant in de strobalen leken een dag of 3 bestand tegen de slakkenplaag, waar we allemaal onder lijden, en waren toen verdwenen. De tweede lichting gekocht bij de kweker is weg, de derde lichting is ook opgegeten.
Een andere buurman, die telkens loof heeft voor mijn kippen thuis, dacht dat mijn strobalen wel tjokvol met slakken zouden zitten. Dat ze dus van binnen uit de baal opgegeten worden. Dus ik gooi een baal op zijn kant maar er zat er welgeteld 1 onder. Als ik een klein potje optil zitten er beduidend meer van deze slijmerige rakkers.
Ik heb een kilo of 5 aan koffieprut opgehaald en rondom mijn lieve courgettes gedrapeerd, als een grote wal om de plantjes heen. Vervolgens stortte het van de lucht de hele avond en nacht en gevoelsmatig nog steeds. Het is gewoon heel, heel erg nat en daar houden slakken van. Het ligt niet aan de strobalen, en helaas zijn ze ook geen oplossing ervoor. De stekelige structuur schrikt ze niet af. Ook niet met een teveel aan cafeïne. En aan blauwe zogenaamd ecologische slakkenkorrels begin ik gewoonweg niet.
Elke keer als ik op de tuin ben word ik blij. Dat is even minder nu. Maar wél blij word ik van de prachtige pioenrozen, de eerste kamille die bloeit, wolken van lila juffertertjes-in-het-groen, paarse salie in bloei, de heerlijke bossen peterselie, basilicum, rucola en kakelverse sugarsnaps die ik mee naar huis neem om mee te koken. Allemaal uit mijn kleine kasje. Mijn Happy Place. En dat kunnen een paar boze mannen me niet afpakken. We gaan door met gras weghalen, en paden aanleggen met houtsnippers. Het komt heus wel goed. Ook met de regen, de zomer, ook met de slakken. En ooit is er een nieuwe generatie op het moestuin complex. Zo is de natuur.
Een beetje aangedane groet van Moesmeisje Rijs.