Midden-Kennemerland

Wat doe je tegen bladluizen?

Het is weer bladluizen tijd. Waarom? Omdat rond mei en juni de lieveheersbeestjes sterven na het paren en hun larven nog moeten groeien. De bladluizen krijgen dan de kans zich te verspreiden en vallen extra op. Gelukkig duurt het maar even, want naarmate die larven groeien worden ze ook steeds hongeriger. Juist in deze tijd krijg ik dan ook de vraag: wat doe je tegen bladluizen?

Mijn antwoord: niks. Of wat specifieker: hou ze in de gaten, maar grijp niet gelijk in. De meeste planten kunnen prima wat bladluis hebben, dat is zelfs normaal. Alleen erg zwakke planten (die niet op de juiste plek staan, net ontkiemd zijn of net verplant, bijvoorbeeld) kunnen er slecht tegen als ze een hele kolonie moeten dragen. Door niet (meteen) in te grijpen geef je planten de kans zelf weerstand op te bouwen en roofdieren de tijd om de bladluizen te spotten. Want als je ingrijpt, dan speel je zelf voor roofdier en hebben de echte roofdieren geen reden om te komen. Houd de planten gewoonweg in de gaten, meestal lost het zich vanzelf op.
Mochten de bladeren gaan hangen, dan kan dat een teken zijn dat de plant in kwestie moeite heeft de bladluizen te weerstaan. Maak je je wel erg zorgen om je plant, dan kun je er een waterstraal op zetten. Zo spoel je de bladluizen (tijdelijk) weg. Een deel gaat kapot, maar niet allemaal. Zo geef je de plant de kans op adem te komen én blijven er prooien over voor de vleeseters.

Mijn belangrijkste tip is je tuin aantrekkelijk te maken voor roofdieren. Want je kunt ze wel lokken of zelfs aanschaffen, maar als ze het niet naar hun zin hebben in je tuin verdwijnen ze ook net zo snel. Bladluizen staan onderaan de voedselketen; pimpelmezen, lieveheersbeestjes, spinnen, zweefvliegen, sluipwespen, kevers, er zijn allerlei dieren die ze eten. Je zorgt voor deze dieren met bodembedekkers of een strooisellaag van bijvoorbeeld gevallen blad, waarin ze zich (liefst ook ’s winters) kunnen verstoppen. Vogels zoeken er graag naar diertjes. Naast vlees eten de meeste roofinsecten ook nectar, maar ze kunnen niet uit alle bloemen drinken. Aantrekkelijke soorten zijn o.a. planten uit de Composietenfamilie (o.a. paardenbloem, knoopkruid, asters), de Schermbloemenfamilie (o.a. bloeiende wortel, peterselie, dille, fluitenkruid), de Kruisbloemenfamilie (bloeiende kool, look-zonder-look), beemdkroon (Knautia arvensis) en valeriaan (zie foto). En natuurlijk het belangrijkste: bladluizen.

Uiteindelijk horen ook korte uitbraken van bladluizen erbij, zoals in de voorzomer. Als roofdieren té efficiënt zouden zijn, zou er geen eten voor hen overblijven. Als prooidieren te efficiënt zouden zijn, dan verdwenen de planten. Die schommelingen horen erbij. Vandaar dat ik zeg: hou ze in de gaten, dat is veel beter dan ingrijpen.

Iris Veltman