Midden-Kennemerland

Bladluizen in het voorjaar

Nog even en dan zijn ze er weer: bladluizen. Ze verstoppen zich in net ontluikte, omgekrulde bladeren, aalbesblad met lelijke, rode bulten en op kiemplantjes die zijn gestokt in hun groei. Dat soort misvormingen zijn vaak je eerste hint dat deze sapzuigers weer actief zijn. Daarna komen de plakspetters op alles wat onder zo’n plant staat en de witte tot grijze waas op de bladeren. Dat laatste komt door schimmels die de afscheiding van bladluizen heerlijk vinden.

In het voorjaar breidden bladluizen zich massaal uit. Ik spreek ieder jaar allerlei ongeruste klanten en cursisten, die me vragen wat ze eraan moeten doen. Mijn antwoord: niets! De bladluizen starten simpelweg eerder op dan hun roofdieren. Ze krijgen soms zelfs hulp van de lokale mieren, die hen in hun warme kolonie lieten overwinteren en ze tijdens de eerste zachte dagen oppakken en op geschikte planten neerzetten. Bladluizen zijn dus eerder actief dan bijvoorbeeld lieveheersbeestjes en sluipwespen. Zweefvliegen lopen ook achter; ze moeten hun bladluisetende larven eerst verwekken voor ze die bij de sapzuigers kunnen afzetten. Eigenlijk is het dus maar goed ook, die explosie van bladluis in het voorjaar. Zonder dat zouden hun uitgehongerde roofdieren na de lange winterrust niet genoeg te eten hebben.

De bladluisexplosie in het voorjaar hoort erbij. De meeste planten hebben er amper last van. En die misvormde bladeren? Die dramatische reactie krijg je al van enkele sapzuigers. Een beetje bladluis hoort erbij en is echt niet iets om je zorgen over te maken. Het is juist mooi, want ze zijn voedsel voor zo veel nuttige en mooie dieren in de tuin. Toch kan het spannend zijn, vooral als je net wat nieuws hebt geplant of gezaaid of je zorgen maakt om je geliefde planten. Als een plant wel erg onder de invasie lijdt, grijp dan niet naar de gifspuit, groene zeep of gier, maar naar de tuinslang. Een stevige waterstraal spoelt de bladluizen van hun plek zonder er veel te doden. De bladluizen moeten dan weer eerst omhoog klimmen, hun plekje zoeken en uitpuffen van de schrik, voor ze verder drinken. Dat geeft zo’n plant even tijd om op adem te komen en aan zijn verdediging te werken.

Zorg vooral dat je genoeg voorjaarsbloeiers hebt om straks de hulptroepen te voeden. Want als al die lieveheersbeestjes, sluipwespen, zweefvliegen en al die andere dieren op rooftocht gaan, dan doen ze dat massaal. En de meeste van hen eten ook nectar. Beemdkroon, wilg (bijvoorbeeld de klein blijvende ‘Kilmarnock’), gewone ereprijs, speenkruid en paardenbloem zijn in het voorjaar goede nectar bronnen voor deze roofzuchtige insecten. Dan volgt na een bladluis explosie een explosie van roofinsecten. De bladluizen verdwijnen vanzelf en voeden een heel ecosysteem.

 

Iris Veltman