Midden-Kennemerland

Verslag lezing De Tulp

in de kunst door Krzysztof Dobrowolski-Onclin

Krzysztof, afgestudeerd aan de Universiteiten van Amsterdam, Parijs en Krakau in Franse letterkunde en in kunstgeschiedenis kwam naar onze afdeling om te vertellen over de rol die de tulp speelde in de kunst.

In 1590 kwam de tulp vanuit Centraal Azië via Turkije naar de Hortus in Leiden en kreeg direct veel aandacht met als gevolg dat de tulp al snel veel duurder werd. Dit werd in 1634 al duidelijk door een Delfts blauw bord waar de tulpen winsthandel op verwerkt was. Destijds kostte een bol van de rood- wit gestreepte Tulipa Semper Augustus zo’n 1000 florijnen, enkele jaren later het tienvoudige.

Nederland wordt vaak geassocieerd met de tulp, terwijl ook Turkije de tulp als nationaal symbool gebruikt. Kijk je naar het logo van het Turks verkeersbord voor toerisme zie je een duidelijk herkenbare vorm, terwijl in het internet logo voor Nederland, met een beetje moeite, een gestileerde oranje tulp valt te ontdekken in het lettertype.

Terug in de geschiedenis zie je dat Jacob de Geijn schilderijen maakte met een sterk religieuze betekenis en daar verschenen in 1608 de eerste tulpen bij Maria in de Hortus conclusus. Ook Jacques Callet liet via een embleem zien dat je je beter tot het licht [ God] kon wenden omdat anders de tulpen snel verwelken. Zo’n embleem staat uit een titel, een afbeelding en een franse tekst.

In 1614 maakte Hendric Goltzius een schilderij waarin de tulp symbool staat voor de vergankelijkheid van het leven, samen met een schedel en een zandloper is duidelijk dat er geen ontsnappen mogelijk is. In dat zelfde jaar komt Roemer Visscher met een embleem aan de Heeren Apen dat investeren in bloemen een hele domme grote gok is.

Ook Rembrandt laat zich verleiden door de tulpengekte en maakt een schilderij waarbij zijn vrouw Saskia model staat voor de godin Flora met een bloemenstaf en een krans met tulpen in haar haar.

Later schilderde hij de beroemde Anatomische les van Dr. Tulp. De echte naam van deze man was Nicolaas Pieterszoon, de naam Tulp had hij aangenomen toen de tulp nog populair en exotisch was. Aan de gevel van zijn huis hing een uithangbord met tulpen erop , maar die werd verwijderd toen de tulp in ongenade kwam.

Want hoe mooi Jacob Marrel en zijn stiefdochter Maria Sybilla Merian ook een boek samenstelde met 104 verschillende tulpen aquarellen, in 1637 kwam er een einde aan de tulpenmanie. Vooral de veilingen in Haarlem en Leiden waren hier slachtoffer van, de veiling in Amsterdam had de handel in tulpenbollen al verboden.

Deze wending gaf kunstenaars weer nieuwe inspiratie. Nu werd de tulpenmanie juist bespot. Crispijn van de Passe maakt een gravure waar de Godin Flora haar ondergang tegemoet gaat in zee met een gevolg van berooide middenstanders. Ook Jan Breughel de jongere laat zich inspireren door de crash en schildert bijvoorbeeld hoe De Heeren Apen, symbool voor de dwaze handelaars, op een goudweegschaaltje een tulpenbol wegen. Zelfs de uil in dit schilderij symboliseert de domheid. Een uil ziet immers overdag niet.

In oude schilderijen is vaak veel symboliek terug te vinden maar Krzysztof verzekerd ons dat dat helemaal niet zo hoeft te zijn. Kevertjes, spinnen en hagedissen bijvoorbeeld, passen gewoon goed bij het bloementhema.

Het duurt even voordat tulpen gewoon weer mooie bloemen in de kunst kunnen zijn zonder de negatieve lading van een faillissement. In 1674 schildert Dirck de Bay een speels tulpenboeket en rond die tijd zien we ook de eerste tulpenvazen.

Honderd jaar later in 1785 presenteert Gerard van Spaendock in de Salon in Parijs zijn kleurrijke bloemen stilleven terwijl in Nederland de schilders voornamelijk werkten in vergrijsde, bruin en oker tinten in de stijl van de Haagse en Larense school.

Gerard liet zich inspireren door Rachel Ruysch. Ook haar bloemstillevens zijn samengesteld uit bloemen die bloeien op verschillende momenten in het jaar.

Er kwam uiteindelijk een franse kunstenaar aan te pas die weer gebruik durfde te maken van de uitbundige kleuren van de tulp. Zijn naam:Claude Monet, hij schilderde in 1886 de eerste bollenvelden.

Later gebruikte Theo Colenbrander op zijn Haagse Plateel gestileerde tulpen en nu worden de glasobjecten van Bernard Heesen en de eigentijdse tulpenvazen van Jasja Caecillia gebruikt om traditiegetrouw elk voorjaar de tulpententoonstelling in Frans Hals museum luister bij te zetten. Kortom de tulp blijkt ook nu nog steeds tot onze verbeelding te spreken.

Jolanda.